Kruisband operatie? Binnen negen maanden terug op het veld is niet reëel!

“Over negen maanden wil ik weer op het veld staan” is het doel van veel sporters na een kruisbandoperatie. Maar de realiteit is anders. Gemiddeld keert iemand na een nieuwe kruisband pas na ruim een jaar terug in de ploeg.

Vergelijken met profs

Het doel van negen maanden is niet gek: succes revalidaties van profs die na zeven of acht maanden al weer voetballen worden breed uitgemeten in de media. Maar jezelf vergelijken met een sporter die 24/7 met zijn herstel bezig kan zijn is niet reëel. Helemaal niet als je bedenkt dat ze vaak ook eerder terugkeren dan goed voor ze is. Veelal presteren ze minder goed en lopen ze meer risico op een blessure of zelfs opnieuw een afgescheurde kruisband.

Blessurekans

De wetenschap bevestigt dit: van de tien kruisbandpatiënten die binnen negen maanden hun wedstrijden hervatten scheuren er vier opnieuw een kruisband. Van de sporters die er langer dan negen maanden over doen is dat minder dan twee op de tien. Een enorm verschil, maar een paar maanden wachten vermindert dat risico natuurlijk niet. Keihard trainen, springen, draaien en sprinten is wat het verschil maakt in die maanden. De laatste fase staat in het teken van sportspecifieke bewegingen en trainen onder vermoeidheid.

Sporthervatting

De beslissing om terug het veld op te gaan is niet afhankelijk van de tijd, maar is onder meer gebaseerd op krachtmetingen en sprongtesten. Als het krachtverschil tussen beide benen minder is dan 10% en de sporter ook op een aantal eenbenige sprongtesten vrijwel hetzelfde presteert is hij of zij meestal klaar voor om te sporten. Bij KernKinetics – ons testcentrum in het Dijklanderziekenhuis – staat de beste apparatuur om dat te meten, zoals een Biodex, Kneelax en een sprongmat.

Angst

Niet alleen fysiek moet een sporter klaar zijn, ook mentale aspecten kunnen sporthervatting in de weg staan. Angst tijdens sportbewegingen belemmert de prestatie en verhoogt de kans op een nieuwe blessure. Met een vragenlijst kunnen we deze mentale factoren uitvragen, en vaak helpt het om de bewegingen eerst in een veilige omgeving te oefenen.